Schrijfcursus: Henk (feedback)

Gisteren is mijn verhaal 'Henk' besproken op de schrijfcursus. Het leek me interessant om een samenvatting van deze feedback te posten.

Gelukkig werd het verhaal over het algemeen erg goed ontvangen. Ik kreeg diverse complimenten. Men vond het prettig om te lezen, grappig, met leuke taalvondsten. Henk werd als een interessant personage gezien, en de meesten voelden zelfs wel sympathie voor hem. De belangrijkste kritiekpunten waren over het begin, het eind en een aantal feitelijkheden. Ook over de schrijfstijl werden een aantal nuttige opmerkingen gemaakt.

Het begin werd door een paar mensen als vrij abrupt ervaren. De eerste zin introduceert twee karakters (Henk en Michiel). Wie Michiel is, wordt pas later duidelijk. Dit kan verwarrend werken. Ik ga proberen hier beter op te letten. Ik ben een groot voorstander van in medias res (midden in de handeling) beginnen, omdat het erg pakkend kan werken, maar je moet uitkijken dat je je lezer wel voldoende informatie geeft om het verhaal meteen te kunnen volgen.

Ook het eind vonden mensen nogal abrupt. Sommigen stelden voor om het einde in principe zo te laten, maar wat meer tijd te nemen om het te vertellen. Anderen vonden het jammer dat het verhaal hier eindigde en wilden weten hoe het verder zou gaan. Een goeie opmerking van de docente vond ik dat dit verhaal eigenlijk meer een situatieschets of anekdote is dan een kort verhaal: het eind van dit stuk zou het begin kunnen zijn van een langer verhaal waarin Henk daadwerkelijk iets gaat doen: zijn collega's terug gaan pakken, ze juist beter leren kennen, er vandoor gaan, etc. De les die ik hieruit trek is dat een verhaal meestal pas echt voldoening geeft als er iets verandert aan de hoofdpersoon, en hij wezenlijke actie onderneemt om het probleem waar hij mee zit, uit de wereld te helpen (goedschiks of kwaadschiks).

Ik heb dit verhaal vrij snel geschreven, en daardoor een paar belangrijke details niet helemaal goed neergezet. Het bleek dat ik mijn lezers niet moet onderschatten: elk punt waar ik een beetje kort door de bocht was gegaan tijdens het schrijven, werd door iemand opgemerkt:
  • De uitlopende inkt van de printjes op het eind deed een van de cursisten afvragen in welke tijd het verhaal speelt: tegenwoordig hebben alle bedrijven laserprinters. Ik heb me dit gerealiseerd, maar vond het beeld zo mooi dat ik het niet wilde schrappen. Misschien had ik dat wel moeten doen.

  • Sprinklers zijn vrijwel altijd gekoppeld aan het brandalarm, dus als de sprinklers afgaan, is Henk in feite al verzekerd van redding. Ook dit is door mijn hoofd geschoten, maar op dat moment was ik blij dat ik een mooie 'clou' had bedacht en had geen zin het eind weer om te gooien. Maar het maakt het verhaal er niet sterker op.

  • Op een gegeven moment is 'iedereen' naar de borrel. Frida ook? Ze wordt niet echt beschreven als een feestnummer. Natuurlijk kan het zijn dat ze vroeg naar huis is gegaan, maar dat had ik dan moeten noemen.

  • Waarom komt Henk zo makkelijk uit zijn functioneringsgesprek? Zou hij niet met kritiek van Michiel te maken krijgen? Natuurlijk kan het zijn dat Michiel het ziet als een formaliteit waar hij zo snel mogelijk vanaf wil zijn, maar dat had ik misschien duidelijker moeten maken.

  • Salaris inhouden vanwege roken mag niet in Nederland. Kamers zonder ramen ook niet. Bij deze twee punten werd nog wel terecht opgemerkt dat bedrijven zich natuurlijk niet altijd aan de regels houden. Ook dit had ik misschien duidelijker moeten maken.

  • Ik viel genadeloos door de mand als niet-roker. De rokers onder de cursisten merkten op dat je de aansteker, niet de vlam, onder de sigaret houdt, en dat rokers spreken van 'een trekje nemen' of 'diep inhaleren', niet van 'zuigen'. Ook vroegen ze zich af of Henk de term 'sigaret' zou gebruiken en niet een term als 'peuk'.


Ik vind dit allemaal goede punten. Het geeft duidelijk aan dat je bij de planning van een verhaal niet de kantjes eraf kunt lopen. Je lezers zijn minstens zo opmerkzaam als jij, en als je stiekem al weet dat iets niet helemaal klopt (of niet precies weet hoe iets zit), zullen zij dat zeker ook doorzien. De meeste van deze problemen zijn overigens prima op te lossen, misschien met uitzondering van het sprinkler-probleem; dat vergt wat meer aanpassing.

Mijn schrijfstijl werd erg positief beoordeeld. Wel raadde de docente mij aan alinea's wat langer te maken, omdat steeds zulke korte stukjes in een langer verhaal vermoeiend kan worden voor de lezer. Ook gaf ze een aantal tips waar nog woorden te schrappen waren. Een paar voorbeelden, met de te schrappen woorden tussen haakjes:
  • Iemand die je [...] een dolk in de rug zou steken, (natuurlijk) zonder zijn tandpastaglimlach...

  • Vroeger, toen mocht je nog gewoon roken (op je kamer).

  • En rokers werden sinds kort (ook nog) gekort op hun salaris!

Je verliest eigenlijk niets als je deze woordjes weglaat, en het verhaal leest er vlotter door.

Al met al ben ik erg tevreden met de feedback die ik gekregen heb. De positieve opmerkingen geven me vertrouwen dat ik een leuk verhaal kan schrijven. De kritische noten maken voor mij nog eens duidelijk dat research en planning erg belangrijk zijn bij schrijven, en geven me een aantal goeie aandachtspunten voor volgende verhalen.

Ik denk niet dat ik de feedback ook ga verwerken in dit verhaal, omdat ik niet van plan ben het nog verder uit te werken. Het was niet meer dan een leuke schrijfoefening voor mij. Wel zal ik deze opmerkingen zeker toepassen op nieuwe schrijfsels. Ik zit vol ideeën; daarover hopelijk binnenkort meer.

2 opmerkingen:

  1. Nice! Goeie kritieken inderdaad. Mooi dat ze alle puntjes die je zelf al had opgemerkt ook aan hebben gegeven. Zo zie je maar weer: nooit de makkelijke route nemen :-)
    Gijs

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hoera, een reactie! Dat er nog vele mogen volgen. ;-)

    BeantwoordenVerwijderen