Ingezonden krent: Zwanger

(geschreven door Schrijfwaar)

Het brandende gevoel van de Cola, die zich net een weg had gebaand door mijn neusholtes, nam mijn verbijstering niet weg. “Hoe bedoel je zwanger?” Zwangerschappen waren voor burgerlijke stelletjes en onbezonnen tieners. Ons overkomt dat niet. We hebben beiden gestudeerd. Biologie nota bene. Was dit een truc? Een test? Ik heb mezelf nooit als vader-materiaal beschouwd.


Natuurlijk hadden we voldoende geoefend in het maken van koters, maar vanzelfsprekend nooit echt met dat doel. Mag ik haar vragen om het weg te laten halen? Het. Misschien is het helemaal geen het maar een hij. Een prachtkereltje, met wie ik iedere zondagochtend ga zeilen, terwijl ik hem leer over de tocht des levens. Of misschien is het juist een zij. Mijn prinsesje. Ik zal voor haar strijden. Niemand zal haar kunnen kwetsen of zelfs aanraken. Niet zolang ik de wacht hou. En vergeet het maar, ze mag pas uitgaan als ze vijftien, nee achttien, wat zeg ik: twintig is! Ik zal ook niet de fouten van mijn ouders maken, ik wordt een hippe vader. Zullen mijn ouders dat toen ook gedacht hebben?


Mijn lichaamstaal sprak blijkbaar boekdelen, of misschien zelfs halve encyclopedieën. Zo verrassend als die drie worden waren uitgesproken, zo snel als zij ze ontkrachtte: “Het is maar een grapje hoor... Zie je ons al zitten met een circus van luiers en gebroken nachten. Een onverwacht ongelukje in onze fijne relatie. Het zou natuurlijk een ramp zijn. Wij zijn daar natuurlijk niet klaar voor. We hebben er nooit over gesproken, dus natuurlijk zijn we er niet klaar voor. Natuurlijk niet.”

Is ze nou wel of niet zwanger? Ik voel een inmiddels een zeer herkenbaar gevoel opkomen: ik-ben-een-man-en-ik-snap-niets-van-vrouwen-gevoel. Kan ik het nog goedpraten als ze wel zwanger is? Mijn zwijgen helpt volgens mij niet. Mijn vrienden waarschuwen me meestal voor het omgekeerde. Stop maar met praten, je maakt het alleen maar erger. Ik voel de intense drang om haar vast te pakken. Om uit te schreeuwen hoe blij ik ben. Hoe blij ik ben. Hoe blij ben ik? Kan ik dit wel? Kan ik mijzelf nog wel in de ogen kijken, wetende dat ik geen flauw idee heb wat het is om een vader te zijn? Is dit niet ook een soort van goed bedoelde kindermishandeling?


Met een lichte aarzeling, pakt ze mijn klamme hand. Haar vochtige ogen breken mijn gedachten. Met een trillende stem spreekt ze uit: “Je wordt een geweldige vader. Ik weet het zeker.”

Ons spruit is welkom.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten